zondag 22 januari 2017

§35. De grondregel van de Protestanten, dat de Bijbel alleen genoeg is om te weten wat wij moeten geloven, valt om veel redenen niet te verdedigen.

DERDE GEDEELTE – Enkele hoofdpunten van het verschil tussen Katholieken en Protestanten.

Het is niet onze bedoeling hier alle punten te bespreken, waarin de leer van de Protestanten in het algemeen van de leer van de Katholieke Kerk afwijkt. Wie het vorige ernstig heeft overdacht, moet overtuigd zijn, dat onder alle kerken die zich christelijk noemen, de Katholieke Kerk de enige ware is, en men dus met onderwerping en liefde moet aannemen, alles wat God ons door middel van haar laat geloven: “Wie u hoort, hoort Mij, wie u versmaadt, versmaadt Mij!” (Luc. 10, 16)

Wij willen daarom alleen degene die al overtuigd zijn, krachtig bevestigen, of liever, sommige bezwaren wegnemen, die op bepaalde punten gemaakt kunnen worden; en het daarom kort hebben over meer algemeen bekende leerstukken en instellingen, om te laten zien, hoe redelijk de leer van de Katholieke Kerk is en hoe ongegrond daarentegen de leer van de Protestanten. Voor veel niet-katholieke lezers zal hierdoor ook de ware leer van de Kerk wat die leerstukken en gebruiken betreft, duidelijk worden.

Hier wat wij in het kort zullen bespreken:

1.            De Bijbel
2.            Het geloof en de goede werken   
3.            De Biecht en de Aflaten
4.            Het vagevuur
5.            Het H. Sacrament van het Altaar
6.            De verering van de Heiligendag
7.            De wonderen  

EERSTE HOOFDSTUK - DE BIJBEL

§35. De grondregel van de Protestanten, dat de Bijbel alleen genoeg is om te weten wat wij moeten geloven, valt om veel redenen niet te verdedigen.

De Hervormers verwierpen het leergezag van de Kerk en het gezag van de Apostolische Overlevering als bron van de geopenbaarde waarheid. En wat kwam daarvoor in de plaats? De Bijbel en het vrije onderzoek. Terwijl de Katholiek als geloofsregel het woord van God aanneemt in de H. Schrift, de Apostolische Overlevering en verkondigd door het onfeilbaar leergezag van de Kerk, d.i. het geschreven en ongeschreven woord van God zoals de onfeilbare Kerk dit voorstelt, verwerpt de Protestant het ongeschreven woord van God, zodat hij alleen de bijbel overhoudt, en stelt hij, i.p.v. het leergezag van de onfeilbare Kerk, ieders persoonlijke opvatting en rede als komende van de Heilige Geest.

Hij stelt dus het gezag van iedereen afzonderlijk in plaats van het gezag van de Kerk, en terwijl hij ontkent dat de Kerk door de H. Geest voor dwaling wordt behoed, wijst hij de bijstand van de H. Geest aan iedere gelovige bijbellezer toe, waardoor deze wel niet echt onfeilbaar wordt, maar toch het woord van God zo verstaat hoe het hem het beste lijkt.

Bij deze bijzondere bijstand van de H. Geest zullen wij niet lang stilstaan, maar ons beperken tot de eenvoudige opmerking dat deze niet bewezen wordt, niet noodzakelijk is en als hij bestond, aanleiding zou geven tot de meest tegenstrijdige meningen, zoals uit de geschiedenis van de Hervorming duidelijk blijkt. We zien dit namelijk al bij haar opkomst.

Uit dezelfde woorden van de H. Schrift, haalde  namelijk de één vaak de tegenovergestelde leer van die, die  een ander daarin dacht te vinden. Maar Gods Geest kan zich niet tegenspreken. De bewering dat iedere gelovige Bijbellezer bij zijn opvatting van de woorden van de H. Schrift door Gods Geest zou worden geleid, is dus zeker in strijd met de waarheid.

Maar laten we nu eens even de volgende grondregel uitdiepen: De Bijbel, de Bijbel alleen, is genoeg om de mens te leren wat hij op Gods gezag wel of niet moet geloven.

Wat zou hier vanzelfsprekend op volgen? Zoals ik net al zei, werd de Bijbel, die op veel plekken onduidelijk is, al snel, zelfs waar het om de belangrijkste waarheden ging, door de één zo en door de ander in tegenovergestelde zin verstaan en uitgelegd. Iedereen die goed kon praten of schrijven, kreeg aanhangers voor zijn denkwijze en vormde een sekte, en wat de één verdedigde, werd straks door een ander ontkend. Wie bezat nu de waarheid? Iedereen tegelijk? Dat kon niet. Door wie en hoe moest dan de zaak opgelost worden en die onderlinge geschillen uit de weg geruimd? Door het gezag van Luther of Calvijn? Maar het stond nu eenmaal vast, dat het geschreven woord van de Bijbel alleen genoeg was, en iedereen het recht had, om dat geschreven woord naar zijn eigen inzicht te verklaren. Elke verplichtend leergezag had men als een onnodige ballast overboord gegooid. Men hoefde zich dus niets aan te trekken van het gezag van Luther of Calvijn of wie dan ook[1].

Daarom is het hoofdbeginsel van het Protestantisme, dat het geschreven woord van de Bijbel genoeg is om de mens te leren wat hij wel of niet moet geloven, en dat iedereen bevoegd is om op eigen gezag uit de Bijbel zijn godsdienstleer te halen – geen gezonde of heilige, maar een
verderfelijke leer: omdat zij uit haar aard moet leiden tot de grootste verwarring op godsdienstig gebied. Zij maakt op deze manier van de Bijbel, hoe heilig die op zichzelf ook is, een bron van de meest noodlottige verdeeldheden.

En bleef het hierbij; maar het kan bijna niet anders of deze godsdienstige verdeeldheden moeten op hun beurt aanleiding geven tot iets dat duizendmaal erger is, namelijk de godsdienstige onverschilligheid. Als tegenwoordig nl. een Protestant de waarheid wil zoeken tussen al die uiteenlopende sekten en leringen die het Protestantisme heeft voortgebracht, dan ligt het voor de hand dat hij de moed in de schoenen laat zinken en moedeloos zegt: ‘met al dat geharrewar word ik niets wijzer. Ik geloof, net zoals de meeste andere Protestanten, dat Christus werkelijk God is, maar wat ik voor de rest nog moet geloven, kan ik niet achter komen, en zal daarom wel niet zo nauw luisteren.’

Maar, lezer, wij hebben al eerder gezien dat zulke taal niet alleen dwaas is, maar ook goddeloos. Want als Christus werkelijk God is, luistert het namelijk wel nauw wat wij geloven en of wij ons bij Zijn Kerk aansluiten of niet; dan is het voor ons een grote plicht de leer die Hij verkondigd heeft te geloven, en ons te onderwerpen aan het gezag van de Kerk die Hij gesticht heeft. Dan kan dus ook een beginsel, waaruit een godsdienstige onverschilligheid volgt, niet de ware zijn.

Nog een paar vragen.

Als men de Openbaring alleen uit de Bijbel en door het Bijbellezen kan leren kennen, hoe moeten dan degenen die niet kunnen lezen zalig worden? Hebben zij aan die Openbaring misschien geen behoefte?

Als de Bijbel alleen moet bepalen wat men wel of niet moet geloven, waaraan moet men zich dan houden als, zoals vaak het geval is, de woorden van de Bijbel onduidelijk zijn of meer uitleg vragen? Hoe komt men dan te weten wat de Bijbel eigenlijk bedoelt? De Bijbel zelf bepaalt dat niet. Kijk toch eens, lezer, in ons burgerlijk wetboek heeft men met de grootste zorg geprobeerd alle onduidelijkheden te vermijden, en toch is dat wetboek alleen niet voldoende. Iedereen begrijpt namelijkdat er behalve dat boek nog levend gezag moet zijn, d.w.z. rechters, die vanwege het hoofd van de Staat de wettige macht en bevoegdheid bezitten om bij onenigheid te beslissen over de juiste zin van het woord, en daardoor het volk beschermen tegen verkeerde uitleggingen en dwaze toepassingen.

Denk hier eens serieus over na en vertel mij oprecht of het beginsel: ‘de Bijbel alleen’ te verdedigen valt.



[1] In zijn Tafelgesprekken (Uitg. V. 1566, blz. 5) beklaagt Luther zich dan ook dat ,adelijken, burgers, boeren en bijna iedereen van hogere en lagere stand, zich verbeelden het Evangelie veel beter te kennen dan hij, doctor Luther, of St. Paulus zelf,’ Verg. De Katholiek 1883 blz. 268.

Geen opmerkingen: