donderdag 1 januari 2015

Eerste gedeelte – Over de geloofsbelijdenis van de apostelen

Jesus heeft gezegd:
Ik ben de Waarheid. Joh. 14, 6

Wie luistert naar mijn woord, en in Hem gelooft, die Mij heeft gevonden, hij heeft het eeuwig leven. Joh. 5, 24.

Eerste les
God - Artikel 1. Ik geloof in God, de Almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde

Vraag 5: Wie is God?
God is onze Vader, Die in de hemel woont.

Vraag 6: Waaruit weten wij, dat God bestaat?
Dat God bestaat, weten wij, uit de openbaring, die vooral Jesus ons gedaan heeft; ook uit alles, wat geschapen is.

Vraag 7: Is er meer dan één God?
Er is maar één God.

Vraag 8: Kunnen wij God zien?
Wij kunnen God niet zien; want Hij heeft geen lichaam; Hij is de oneindig volmaakte Geest.

'Niemand heeft ooit God gezien. De ééngeboren Zoon, die aan de boezem van de Vader rust, heeft Hem verkondigd'. Joh. 1, 18.


Vraag 9: Waarom noemen wij God oneindig volmaakt?
Wij noemen God oneindig volmaakt, omdat Hij alle goede eigenschappen zonder beperking bezit.

Vraag 10: Heeft God altijd bestaan?
God heeft altijd bestaan, Hij is eeuwig.

'Aan de Koning der eeuwen, de onvergankelijke, onzichtbare, enige God, eer en glorie in de eeuwen der eeuwen, Amen'. 1 Tim. 1, 7.

Vraag 11: Kan God alles?
God kan alles, Hij is almachtig.

Vraag 12: Waar is God?
God is in de hemel, op aarde en op alle plaatsen, Hij is overal.

Vraag 13: Weet en ziet God alles?
God weet en ziet alles, het goede, maar ook het kwade, Hij is alwetend.

Vraag 14: Is God rechtvaardig?
God is rechtvaardig, naar verdienste beloont Hij het goede en straft Hij het kwade.

Vraag 15: Is God barmhartig?
God is barmhartig, Hij vergeeft graag aan de zondaar, die berouw heeft.

Vraag 16: Is God goed?
God is goed, Hij bemint ons met een oneindige liefde, en al het goede komt van Hem.

'God is liefde'. 1 Joh. 4, 8.

Tweede les
Eén God in drie Personen.

Vraag 17: Wat belijden wij door de woorden van het Kruisteken?
Door de woorden van het Kruisteken belijden wij, dat er in God drie Personen zijn, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.

Vraag 18: Hoe weten wij, dat er in God drie Personen zijn?
Dat er in God drie Personen zijn, weten wij, omdat Jesus zelf ons dat geleerd heeft.

Vraag 19: Is ieder van deze drie Personen werkelijk God?
Ieder van deze drie Personen is werkelijk God, de Vader is God, de Zoon is God en de Heilige Geest is God.

Vraag 20: Waarom zijn de drie goddelijke Personen één God?
De drie goddelijke Personen zijn één God, omdat Zij alle drie één en hetzelfde goddelijke Wezen hebben.

Vraag 21: Is de ene goddelijke Persoon iets meer dan de andere goddelijke Persoon?
Neen, de drie goddelijke Personen zijn alle drie even volmaakt.

Vraag 22: Hoe noemen wij de éne God in drie Personen?
De éne God in drie Personen noemen wij de Allerheiligste Drieëenheid of Drievuldigheid.

'De genade van de Heer Jesus Christus, de liefde van God, en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u allen'. 2 Kor. 1, 13.

Het Feest van de Allerheiligste Drieëenheid wordt gevierd op de eerste Zondag na Pinksteren. Wij belijden ons geloof in de Allerheiligste Drieëenheid door, het Kruisteken en het 'Eer aan de Vader'.

Derde les
God, Schepper, Heer en Bestuurder van hemel en aarde

Vraag 23: Waarom noemen wij God Schepper?
Wij noemen God Schepper, omdat Hij alles heeft gemaakt alleen door Zijn almachtige wil.

Vraag 24: Waarom heeft God alles geschapen?
God heeft alles geschapen om Zijn grootheid en liefde te tonen.

Vraag 25: Waarom noemen wij God Heer?
Wij noemen God Heer, omdat alles aan Hem toebehoort.

Vraag 26: Wat doet God na de schepping voor de wereld?
Na de schepping behoudt en bestuurt God de wereld.

Vraag 27: Wat wil zeggen: God behoudt de wereld?
God behoudt de wereld wil zeggen, God doet door Zijn almacht de wereld voortbestaan.

Vraag 28: Wat wil zeggen: God bestuurt de wereld?
God bestuurt de wereld wil zeggen, God leidt alles tot het doel, waartoe Hij de wereld geschapen heeft.

Vraag 29: Hoe noemen wij de zorg van God voor de wereld?
De zorg van God voor de wereld noemen wij de goddelijke Voorzienigheid.

'Zij reikt van het ene einde tot het andere met kracht en zij regeert het heelal met goedheid'. Wijsh. 8, 1.

Vraag 30: Welk voordeel geeft ons de gedachte aan Gods Voorzienigheid?
De gedachte aan Gods Voorzienigheid troost en bemoedigt ons in lijden en tegenspoed, en doet ons altijd op God vertrouwen.

'Werpt op Hem al uw bekommernis; want Hij draagt zorg voor u'. 1 Petr. 5, 7.

Vraag 31: Als God voor alles zorgt, hoe komt het dan, dat er zoveel ellende op aarde is?
Dat er zoveel ellende op aarde is, komt door de zonde.

Vraag 32: Welke zijn de voornaamste schepselen?
De voornaamste schepselen zijn de engelen en de mensen.

'Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, het mensenkind dat Gij voor hem zorgt? Toch hebt Gij hem weinig minder bedacht dan de engelen'. Ps. 8, 5-6.

Les 4
De engelen en hun zondeval

Vraag 33: Wat zijn engelen?
Engelen zijn verheven, onsterfelijke geesten.

Vraag 34: Met welk doel zijn de engelen door God geschapen?
De engelen zijn door God geschapen om Hem te eren en te dienen, en daardoor gelukkig te zijn.

Vraag 35: Hoe waren de engelen, toen God hen geschapen had?
Toen God de engelen geschapen had, waren zij allen goed en gelukkig.

Vraag 36: Zijn alle engelen goed en gelukkig gebleven?
Niet alle engelen zijn goed en gelukkig gebleven; vele engelen hebben gezondigd en zijn voor eeuwig in de hel gestort.

Vraag 37: Hoe worden de gevallen engelen genoemd?
De gevallen engelen worden duivels of boze geesten genoemd.

Vraag 38: Wat willen de duivels ons doen?
De duivels willen ons naar ziel en lichaam kwaad doen, want zij haten en benijden ons.

Vraag 39: Hoe kunnen wij de duivels beletten ons kwaad te doen?
Wij kunnen de duivels beletten ons kwaad te doen, door waakzaam te zijn, te bidden en aan hun bekoringen weerstand te bieden.

'Weest nuchter en waakzaam. De duivel, uw vijand, zwerft rond als een brullende leeuw, op zoek wie hij verslinden zal. Weerstaat hem, sterk door het geloof!' 1 Petr. 5, 8-9.

Vraag 40: Waarmee heeft God de goede engelen beloond?
God heeft de goede engelen beloond met de hemel, waar zij voor eeuwig volkomen gelukkig zijn.

'Hun engelen in de hemel aanschouwen altijd het aanschijn van Mijn Vader, die in de hemel is'. Matt. 18, 10

Vraag 41: Zijn er ook engelen, die ons bijzonder bewaren?
Er zijn ook engelen, die ons bijzonder bewaren van het begin tot het einde van ons leven; en ieder mens heeft zulk een engel, het is zijn engelbewaarder.

'Hij zal voor u Zijn engelen bevelen om u te hoeden op al uw wegen. Op de handen zullen zij u dragen opdat ge uw voeten niet stoot aan een steen'. Ps. 9, 11-12.

Vraag 42: Wat doet onze engelbewaarder voor ons?
Onze engelbewaarder beschermt ons naar ziel en lichaam, hij helpt ons tijdens ons leven en in het uur van onze dood.

Vraag 43: Wat moeten wij doen jegens onze engelbewaarder?
Wij moeten onze engelbewaarder vereren, hem met vertrouwen aanroepen en naar zijn inspraken luisteren.

Feest van onze engelbewaarder, 2 Oktober.

Vijfde Les
De eerste mensen en hun zondeval

Vraag 44: Wat zijn mensen?
Mensen zijn schepselen, die bestaan uit een onsterfelijke ziel en een sterfelijk lichaam.

Vraag 45: Wat is het voornaamste in de mens?
Het voornaamste in de mens is de ziel, want de ziel is een onsterfelijke geest, geschapen naar Gods beeld en gelijkenis.

'Laat ons de mens maken als ons beeld, op ons gelijkend; hij heerse over de vissen der zee, de vogels in de lucht, de viervoetige dieren en over heel de aarde met alles wat er op kruipt'. Gen. 1, 26.

Vraag 46: Wie waren de eerste mensen?
De eerste mensen waren Adam en Eva.

Vraag 47: Waar leefden de eerste mensen?
De eerste mensen leefden gelukkig in het aards paradijs.

Vraag 48: Met welk doel zijn de mensen door God geschapen?
De mensen zijn door God geschapen om Hem te eren en te dienen, en daardoor gelukkig te zijn, eerst hier op aarde en later voor eeuwig in de hemel.

Vraag 49: Welk is de voornaamste gave, die God aan Adam en Eva geschonken heeft?
De voornaamste gave, die God aan Adam en Eva geschonken heeft, is de heiligmakende genade.

Vraag 50: Wat waren Adam en Eva door de heiligmakende genade?
Door de heiligmakende genade waren Adam en Eva kinderen van God en erfgenamen van de hemel.

Vraag 51: Wat ontvingen Adam en Eva tegelijk met de heiligmakende genade?
Tegelijk met de heiligmakende genade ontvingen Adam en Eva nog bijzondere voorrechten, 1. de geneigdheid tot het goede; 2. een helder inzicht; 3. het vrij zijn van lijden en dood.

Vraag 52: Waren de genade en die bijzondere voorrechten voor Adam en Eva alleen bestemd?
De genade en die bijzondere voorrechten waren niet voor Adam en Eva alleen bestemd, maar voor alle mensen.

Vraag 53: Zijn Adam en Eva aan God onderdanig gebleven?
Adam en Eva zijn aan God niet onderdanig gebleven; zij hebben zwaar gezondigd.

Vraag 54: Wie heeft Adam en Eva tot zonde verleid?
De duivel heeft Eva tot zonde verleid en Eva heeft Adam verleid.

Vraag 55: Wat verloren Adam en Eva door hun zware zonde?
Adam en Eva verloren door hun zware zonde de heiligmakende genade en ook de bijzondere voorrechten.

Zesde les
De erfzonde

Vraag 56: Heeft Adam door zijn zonde alleen zichzelf ongelukkig gemaakt?
Adam heeft door zijn zonde niet alleen zichzelf ongelukkig gemaakt maar ook alle andere mensen.

Vraag 57: Waarom heeft Adam door zijn zonde ook alle andere mensen ongelukkig gemaakt?
Adam heeft door zijn zonde ook alle andere mensen ongelukkig gemaakt, omdat Adam volgens Gods beschikking het hoofd was van het menselijk geslacht.

'Zoals door één mens de zonde in de wereld is gekomen en door de zonde de dood, zo ook is de dood over alle mensen gekomen, omdat allen hebben gezondigd'. Rom. 5, 12.

Vraag 58: Wat is de erfzonde?
De erfzonde is de toestand van zonde of van vijandschap met God, die alle mensen van Adam erven.

Vraag 59: Is er niemand van de erfzonde vrijgebleven?
Niemand is van de erfzonde vrij gebleven, behalve de Allerheiligste Maagd Maria. De Onbevlekte Ontvangenis van Maria, Feestdag 8 December.

Vraag 60: Wat missen wij door de erfzonde?
Door de erfzonde missen wij de heiligmakende genade en de bijzondere voorrechten, die Adam en Eva ontvangen hebben.

Vraag 61: Zijn de mensen van de heiligmakende genade beroofd gebleven?
De mensen zijn niet van de heiligmakende genade beroofd gebleven, want God heeft Zich over de mensen ontfermd.

Vraag 62: Zijn de mensen van de bijzondere voorrechten beroofd gebleven?
De mensen zijn hier op aarde van de bijzondere voorrechten beroofd gebleven, maar zij zullen deze wederom ontvangen in de hemel en bij de glorievolle verrijzenis van het lichaam.

Vraag 63: Hoe heeft God Zich over de mensen ontfermd?
God heeft Zich over de mensen ontfermd door hun een Verlosser te zenden.

'Want zo heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn ééngeboren Zoon heeft gegeven; opdat allen, die in Hem geloven, niet verloren zouden gaan, maar het eeuwige leven zouden hebben'. Joh. 3, 16.


Zevende les
De voorbereiding op de Verlosser

Vraag 64: Heeft God terstond na de zonde van Adam de Verlosser gezonden?
God heeft wel terstond na de zonde van Adam de Verlosser beloofd, maar Hem pas vele eeuwen later gezonden.

Vraag 65: Hoe heeft God de wereld op de komst van de Verlosser voorbereid?
God heeft de wereld op de komst van de Verlosser voorbereid door het Oude Verbond.

Vraag 66: Wat is het Oude Verbond?
Het Oude Verbond is het verbond, dat God sloot met het uitverkoren Joodse volk.

'Zie, dat is van Mijn kant het Verbond met u, Gij zult de vader worden van een menigte volken! Uw God zal Ik zijn en van uw kroost na u, van geslacht tot geslacht als een eeuwig Verbond'. Gen. 17, 4 en 7.

Vraag 67: Heeft God het Joodse volk op de komst van de Verlosser voorbereid?
God heeft het Joodse volk op de komst van de Verlosser voorbereid:
1. door de belofte over de Verlosser steeds duidelijker te herhalen;
2. door bijzonderheden te openbaren over de toekomstige Verlosser.

Vraag 68: Aan wie werd de komst van de Verlosser aangekondigd?
De komst van de Verlosser werd aangekondigd aan de H. Maagd Maria, toen de Aartsengel Gabriël haar boodschapte, dat zij tot Moeder van de Verlosser was uitverkoren.

Wij herdenken deze aankondiging op de feestdag, Maria Boodschap, 25 Maart, en door driemaal daags te bidden, De Engel des Heren. Toen de Verlossing was voltrokken eindigde het Oude Verbond en begon het Nieuwe Verbond. In dit Nieuwe Verbond geeft God de genade om zalig te kunnen worden aan alle mensen door Jesus Christus, de Middelaar van het Nieuwe Verbond.

Achtste les
Jesus Christus - Artikel 2. 'En in Jesus Christus, Zijn enige Zoon, onze Heer'

Vraag 69: Wie is de Verlosser?
De Verlosser is onze Heer, Jesus Christus.

Vraag 70: Wie is Jesus Christus?
Jesus Christus is God de Zoon, Die voor ons is mens geworden.

Vraag 71: Is Jesus Christus God en mens tegelijk?
Jesus Christus is God en mens tegelijk, Hij is de Godmens.

Vraag 72: Zijn er in Christus twee naturen?
In Christus zijn twee naturen, de goddelijke natuur en de menselijke natuur.

Vraag 73: Zijn er in Christus ook twee personen?
Christus is maar één Persoon, de goddelijke Persoon, God de Zoon.

Vraag 74: Wat betekenen de namen 'Jesus', 'Christus'?
'Jesus' betekent, 'de Heer redt'; 'Christus' betekent, 'Gezalfde'.

Feestdag van de Zoete Naam van Jesus.

'De Engel des Heren sprak tot Josef, Gij zult Hem Jesus noemen, want Hij zal zijn volk verlossen van hun zonden'. Matt. 1, 20-21.

Vraag 75: Waarom noemen wij Jesus Christus onze Heer?
Wij noemen Jesus Christus onze Heer, omdat Hij ons verlost heeft en wij Hem dus geheel toebehoren.


Negende les
De Menswording van God de Zoon
Artikel 3. 'Die ontvangen is van de H. Geest, geboren uit de Maagd Maria'

Vraag 76: Wat wil zeggen: God de Zoon is mens geworden?
God de Zoon is mens geworden wil zeggen, God de Zoon heeft een menselijke ziel en een menselijk lichaam aangenomen.

Vraag 77: Is de Godmens in alles aan ons gelijk geworden?
De Godmens is in alles aan ons gelijk geworden, behalve in de zonde.

Vraag 78: Hoe is God de Zoon mens geworden?
God de Zoon is mens geworden uit de Allerheiligste Maagd Maria door een bijzondere inwerking van de Heilige Geest.

Vraag 79: Wie is de Moeder van Jesus Christus?
De Moeder van Jesus Christus is de H. Maagd Maria.

Vraag 80: Is Maria werkelijk de Moeder van God?
Maria is werkelijk de Moeder van God, want haar Zoon Jesus is werkelijk God.

Vraag 81: Waarom wordt Maria de H. Maagd genoemd?
Maria wordt de H. Maagd genoemd, omdat Zij de zuiverste en heiligste van alle mensen is en altijd maagd is gebleven.

Vraag 82: Wie is de H. Josef ?
De H. Josef is de voedstervader van Jesus Christus.

Vraag 83: Waar is Jesus geboren?
Jesus is geboren te Bethlehem in een stal.

Vraag 84: Wanneer vieren wij het feest van Jesus' geboorte?
Het feest van Jesus' geboorte vieren wij op Kerstmis, 25 December.

Vraag 85: Waarom is God de Zoon mens geworden?
God de Zoon is mens geworden:
1. om voor de zonden van de mensen aan Zijn Vader voldoening te geven
2. om voor ons de genade en het recht op de hemel te verdienen
3. om ons door Zijn voorbeeld en Zijn leer de weg naar de hemel te wijzen.

Tiende les
De jeugd van Jesus Christus en Zijn verborgen leven

Vraag 86: Hoe heeft God de geboorte van Zijn Zoon bekend gemaakt?
God heeft de geboorte van Zijn Zoon bekend gemaakt aan de herders van Bethlehem door een engel en aan de Wijzen uit het Oosten door een wonderbare ster.

Feestdag, De Verschijning des Heren of Driekoningen, 6 januari.

Vraag 87: Wanneer werd Jesus in de tempel aan God opgedragen?
Jesus werd in de tempel aan God opgedragen op de veertigste dag na Zijn geboorte. Feestdag van Maria Lichtmis, 2 februari.

Vraag 88: Door wie is Jesus kort na Zijn geboorte vervolgd?
Kort na Zijn geboorte is Jesus vervolgd door de wrede koning Herodes, die het goddelijk Kind zocht te doden.

Vraag 89: Hoe ontkwam Jesus aan de vervolging van Herodes?
Jesus ontkwam aan de vervolging van Herodes doordat St. Josef op bevel van een engel met het goddelijk Kind en Zijn Moeder naar Egypte vluchtte.

Vraag 90: Waar woonde Jesus na Zijn terugkomst uit Egypte?
Na Zijn terugkomst uit Egypte woonde Jesus te Nazareth in de eenvoudige woning van Josef en Maria.

Feest van de Heilige Familie, Zondag na Driekoningen.

Vraag 91: Wat leerde Jesus ons op twaalfjarige leeftijd in de tempel?
Jesus leerde ons op twaalfjarige leeftijd in de tempel, dat wij Gods heilige Wil boven alles moeten stellen. 'Waarom hebt gij Mij gezocht? Wist gij dan niet, dat Ik bij Mijn Vader moest zijn?' Lk. 2, 49.

Vraag 92: Wat voor een leven leidde Jesus te Nazareth?
Jesus leidde te Nazareth een verborgen leven van gebed en arbeid, en vooral van gehoorzaamheid. 'Hij was hun onderdanig. En Jesus nam toe in wijsheid en jaren, en in welgevalligheid bij God en de mensen'. Lk. 2, 51-52.

Elfde les
Het openbaar leven van Jesus

Vraag 93: Wanneer begon Jesus Zijn openbaar leven?
Jesus begon Zijn openbaar leven, toen Hij ongeveer dertig jaar oud was.

Vraag 94: Wat deed Jesus bij het begin van Zijn openbaar leven?
Bij het begin van Zijn openbaar leven liet Jesus Zich door Johannes dopen in de Jordaan. Daarna vastte Hij veertig dagen en nachten in de woestijn, en werd Hij door de duivel bekoord.

Vraag 95: Wat deed Jesus gedurende Zijn openbaar leven?
Gedurende Zijn openbaar leven preekte Jesus Zijn heilige leer. Hij stelde twaalf Apostelen aan, en stichtte de H. Kerk.

Vraag 96: Wat deed Jesus om te laten zien, dat Hij door God de Vader was gezonden?
Om te laten zien, dat Hij door God de Vader als Godmens was gezonden, deed Jesus veel wonderen, door eigen macht in het bijzijn van veel mensen.

Vraag 97: Welk is het grootste wonder van Jesus?
Het grootste wonder van Jesus is, dat Hij door eigen macht van de dood opstond, gelijk Hij voorspeld had.

Twaalfde les
Het lijden en de dood van Jesus
Artikel 4. 'Die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven'

Vraag 98: Waar begon Jesus Zijn lijden?
Jesus begon Zijn lijden in de Hof van Olijven.

Vraag 99: Wat heeft Jesus geleden in de Hof van Olijven?
In de Hof van Olijven heeft Jesus doodsangst uitgestaan. Hij is er door Judas verraden, en aan de
Joden overgeleverd.

Vraag 100: Wat heeft Jesus geleden na het verraad van Judas?
Na het verraad van Judas is Jesus door de Joden gevangen genomen en ter dood veroordeeld, door Herodes bespot, en op bevel van Pilatus gegeseld, met doornen gekroond en ter dood gebracht.

Vraag 101: Welke dood is Jesus gestorven?
Jesus is de kruisdood gestorven.

Vraag 102: Waar werd Jesus gekruisigd?
Jesus werd gekruisigd op Calvarië, bij Jerusalem.

Vraag 103: Wanneer is Jesus gestorven?
Jesus is gestorven op Goede Vrijdag, na de middag omstreeks drie uur.

Vraag 104: Wat gebeurde er met Jesus, toen Hij stierf ?
Toen Jesus stierf scheidde Zijn ziel van Zijn lichaam, maar Zijn Godheid bleef met beide verenigd.

Vraag 105: Wat gebeurde er na de dood van Jesus met Zijn lichaam?
Na de dood van Jesus werd Zijn lichaam met een lans doorstoken, van het kruis afgenomen, en in een nieuw stenen graf gelegd.

Vraag 106: Hoe heeft Jesus vooral door Zijn dood voldoening gegeven voor onze zonden en alle genade voor ons verdiend?
Jesus heeft vooral door Zijn dood voldoening gegeven voor onze zonden en alle genade voor ons verdiend, doordat Hij op het kruis als Hogepriester Zichzelf als een offer aan de Hemelse Vader heeft opgedragen.

Vraag 107: Waarom is het Kruisoffer het volmaakt Offer van het Nieuw Verbond?
Het Kruisoffer is het volmaakt Offer van het Nieuw Verbond, omdat zowel de Hogepriester als de Offergave een oneindige waarde hebben.

Vraag 108: Voor wie is Jesus gestorven?
Jesus is gestorven voor alle mensen.

Vraag 109: Waarom zullen niet alle mensen zalig worden?
Niet alle mensen zullen zalig worden, omdat zij niet allen met Gods genade meewerken.

Wij herdenken het Lijden van Jesus vooral gedurende de Goede Week en door de Oefening van de H. Kruisweg.

Dertiende les
De Verrijzenis van Jesus - Artikel 5. 'Die nedergedaald is ter helle, de derde dag verrezen uit de doden'

Vraag 110: Waar bleef de Ziel van Jesus na Zijn dood?
De Ziel van Jesus is na Zijn dood in het voorgeborchte nedergedaald.

Vraag 111: Wat is het voorgeborchte?
Het voorgeborchte is de plaats, waar de zielen van de rechtvaardigen hun verlossing door Jesus moesten afwachten.

Vraag 112: Is het lichaam van Jesus in het graf gebleven?
Het lichaam van Jesus is niet in het graf gebleven, maar Jesus is verrezen.

Vraag 113: Hoe is Jesus verrezen?
Jesus verenigde Zelf Zijn ziel met Zijn lichaam en stond onsterfelijk en verheerlijkt uit het gesloten graf op.

Vraag 114: Wanneer is Jesus verrezen?
Jesus is verrezen op de derde dag na Zijn dood, op Zondagmorgen.

Vraag 115: Wanneer vieren wij de Verrijzenis van Jesus?
De Verrijzenis van Jesus vieren wij op het hoogfeest van Pasen.

Vraag 116: Wat deed Jesus na Zijn Verrijzenis?
Na Zijn Verrijzenis verscheen Jesus gedurende veertig dagen herhaaldelijk aan Zijn Apostelen en leerlingen, sprak met hen over de H. Kerk, en beloofde hun de Heilige Geest te zenden.

'Door veel bewijzen heeft Hij getoond, dat Hij ook na Zijn lijden nog leefde; gedurende veertig dagen verscheen Hij hun herhaaldelijk en sprak met hen over het Koninkrijk Gods'. Hand. 1, 3.

'We geloven in Hem, die uit de doden heeft opgewekt Jesus, onze Heer, die overgeleverd werd om onze ongerechtigheden en opgewekt om onze rechtvaardiging'. Rom. 4, 25.

Veertiende les
De Hemelvaart van Jesus
Artikel 6. 'Die opgestegen is ten hemel, zit aan de rechterhand van God, de Almachtige Vader'

Vraag 117: Wanneer is Jesus ten hemel opgestegen?
Jesus is ten hemel opgestegen op de veertigste dag na Zijn Verrijzenis. Feest, Hemelvaartsdag.

Vraag 118: Hoe is Jesus ten hemel opgestegen?
Jesus is door eigen macht ten hemel opgestegen in het bijzijn van Zijn Apostelen en vele leerlingen.

Vraag 119: Wat bedoelen wij met: Jesus zit aan de rechterhand van God de Almachtige Vader?
Daarmee bedoelen wij, dat Jesus ook als mens deelt in de macht en de heerlijkheid van God. 'Als gij met Christus verrezen zijt, zoekt dan de dingen van hierboven, waar Christus is, gezeten aan Gods rechterhand'. Kol. 3, 1.

Vraag 120: Hoe noemen wij de macht, die Christus voor altijd bezit?
De macht, die Christus voor altijd bezit, noemen wij het eeuwig Koningschap van Christus. Feest van Christus Koning, laatste Zondag van October.

Vraag 121: Wat doet Christus voor ons in de hemel?
In de hemel is Christus onze Middelaar bij de Vader. Hij bidt er altijd voor ons als onze Hogepriester.

'Kinderen, ik schrijf u dit, opdat gij niet zoudt zondigen. En mocht iemand zondigen, dan hebben wij bij de Vader een helper, Jesus Christus de Gerechte. Hij is een verzoening voor onze zonden, en niet voor de onze alleen, maar ook voor die van de gehele wereld'. 1 Joh. 2, 1-2.

Vijftiende les
Jesus Christus onze Rechter
Artikel 7. 'Vandaar zal Hij komen oordelen de levenden en de doden'

Vraag 122: Wanneer zal Christus terugkomen?
Christus zal terugkomen bij het einde van de wereld, om alle mensen gezamenlijk te oordelen. Dit oordeel wordt genoemd het algemeen oordeel of het laatste oordeel.

'Hij is door God aangesteld als Rechter over levenden en doden'. Hand. 10, 42. 'De Vader heeft het oordeel geheel aan de Zoon gegeven opdat allen de Zoon zouden eren'. Joh. 5, 22-23.

Vraag 123: Wanneer zal het algemeen oordeel plaats hebben?
Het algemeen oordeel zal plaats hebben op het einde van de wereld, maar de dag is onbekend.

Vraag 124: Wat zal aan het algemeen oordeel voorafgaan?
Aan het algemeen oordeel zal voorafgaan,
1. de geweldige vervolging door de antichrist;
2. de ondergang van de wereld;
3. de verrijzenis van de doden.

Vraag 125: Wat zal Christus bij het algemeen oordeel tot de rechtvaardigen zeggen?
Bij het algemeen oordeel zal Christus tot de rechtvaardigen zeggen, 'Komt, gezegenden van Mijn Vader; neemt bezit van het rijk, dat voor u bereid is van de grondvesting der wereld af'.

Vraag 126: Wat zal Christus bij het algemeen oordeel tot de verdoemden zeggen?
Bij het algemeen oordeel zal Christus tot de verdoemden zeggen, 'Gaat weg van Mij, vervloekten, in het eeuwige vuur'.

Zestiende les
De Heilige Geest - Artikel 8. 'Ik geloof in de Heilige Geest'

Vraag 127: Welke Gave heeft Christus na Zijn Hemelvaart het eerst geschonken?
Na Zijn Hemelvaart heeft Christus het eerst de beloofde Heilige Geest geschonken. Feestdag, Hoogfeest van Pinksteren, 50ste dag na Pasen.

Vraag 128: Hoe is de Heilige Geest op het Pinksterfeest neergedaald?
De Heilige Geest is op het Pinksterfeest neergedaald in de gedaante van vurige tongen.

Vraag 129: Wat werkte de Heilige Geest in de Apostelen uit op het Pinksterfeest?
Op het Pinksterfeest verlichtte de Heilige Geest de Apostelen, en gaf hun moed en kracht om de leer van Christus aan alle volkeren te verkondigen.

Vraag 130: Is de Heilige Geest alleen aan de Apostelen geschonken?
De Heilige Geest is niet alleen aan de Apostelen geschonken; volgens de belofte van Jesus is Hij voor altijd als een Trooster en een Kracht van Boven geschonken aan geheel de H. Kerk.

Vraag 131: Wat doet de Heilige Geest voor de Kerk?
De Heilige Geest bestuurt en heiligt de Kerk en bewaart haar voor dwaling; Hij is de Ziel van de Kerk.

Vraag 132: Wat doet de Heilige Geest voor alle gelovigen?
De Heilige Geest woont in alle gelovigen, die in staat van genade zijn; Hij heiligt hen naar ziel en lichaam en leidt hen als kinderen van God door het leven.

'Allen toch, die door Gods Geest worden geleid, zijn kinderen Gods'. Rom. 8, 14.

'Of weet gij niet dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u woont en Die gij van God hebt ontvangen?' 1 Kor. 6, 19.

'De Geest zelf getuigt met onze geest, dat wij kinderen zijn van God'. Rom. 8, 16.

'De Geest komt ook onze zwakheid te hulp. Hij smeekt zelf voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen'. Rom. 8, 26.

Vraag 133: Waarom moeten wij de Heilige Geest bijzonder vereren?
Wij moeten de Heilige Geest bijzonder vereren, omdat Hij de heiligende Kracht is in de Kerk en in ons.

Wij vereren de Heilige Geest door het gebed, 'Kom, Heilige Geest, vervul de harten van Uw gelovigen en ontsteek in hen het vuur van Uw liefde'.

Zeventiende les
De H. Kerk
Artikel 9. 'De Heilige, Katholieke Kerk, de gemeenschap van de heiligen'

Vraag 134: Wat heeft Jesus gedaan om Zijn werk hier op aarde te doen voortduren?
Om Zijn werk hier op aarde te doen voortduren, heeft Jesus de H. Kerk gesticht.

'Christus bemint de Kerk. Hij heeft Zich voor haar overgeleverd, om haar te heiligen en te reinigen, om Zich een heerlijke Kerk te bereiden. Hij voedt en verzorgt Zijn Kerk, omdat wij de ledematen zijn van Zijn Lichaam'. Efez. 5, 25-27 en 29.

Vraag 135: Wat is de H. Kerk?
De H. Kerk is de gemeenschap door Jesus gesticht om het Rijk Gods onder alle mensen te brengen en te voltooien.

Vraag 136: Hoe noemen wij de Kerk, die Jesus gesticht heeft?
De Kerk, die Jesus gesticht heeft noemen wij de Heilige Rooms-Katholieke Kerk.

Vraag 137: Hoe wordt de H. Kerk ook genoemd?
De H. Kerk wordt ook genoemd het Mystiek of geheimnisvol Lichaam van Christus.

Vraag 138: Is de Kerk van Christus ook zichtbaar?
Ja, de Kerk van Christus is ook zichtbaar, want Christus heeft aan Zijn Kerk een zichtbaar bestuur gegeven, een zichtbaar leergezag, en een zichtbaar Priesterschap.

Vraag 139: Hoedanig heeft Christus Zijn Kerk gesticht?
Christus heeft Zijn Kerk gesticht, één, heilig, algemeen en apostolisch.

Vraag 140: Waarin is de Kerk één?
De Kerk is één in haar leer, in haar genademiddelen en in haar leiding.

'Eén lichaam en één Geest, zoals gij ook geroepen zijt in de éne hoop van uw roeping, één Heer, één geloof, één doopsel; één God en Vader van allen, die boven allen, door allen en in allen is'. Efez. 4, 4-5.

Vraag 141: Waarom is de Kerk heilig?
De Kerk is heilig omdat zij een heilige leer predikt, alle middelen geeft om heilig te worden en altijd heiligen voortbrengt.

'Er staat geschreven, Weest heilig, omdat Ik heilig ben'. 1 Petr. 1, 16.

Vraag 142: Waarom is de Kerk Katholiek of algemeen?
De Kerk is algemeen, omdat zij bestemd is voor alle volken en zich over de gehele aarde verbreidt.

'Het laatste woord van Jesus aan zijn apostelen, Gaat en onderwijst alle volkeren, doopt ze in de naam van de Vader en de Zoon en van de Heilige Geest en leert ze onderhouden al wat Ik u heb geboden. Ziet, Ik ben altijd met u, tot aan het einde van de wereld'. Matt. 28, 19-20.

Vraag 143: Waarom is de Kerk Apostolisch?
De Kerk is Apostolisch, omdat zij altijd en overal één is met de Kerk van de Apostelen.

'Gij zijt gebouwd op de grondslag van de apostelen en profeten'. Efez. 2, 20.

Vraag 144: Hoe wordt men lid van de H. Kerk?
Men wordt lid van de H. Kerk door het H. Doopsel.

Vraag 145: Hoe behoren wij mede te werken aan de uitbreiding van de H. Kerk?
Wij behoren mede te werken aan de uitbreiding van de H. Kerk door ons gebed, door ons offer en onze steun aan de genootschappen voor de uitbreiding van het geloof.

De vier voornaamste genootschappen voor de uitbreiding van het geloof zijn,
1. Het Pauselijk Genootschap tot Voortplanting van het geloof voor de bekering der heidenen.
2. Het Pauselijk Genootschap van de heilige Kindsheid voor de opvoeding van de heidense jeugd.
3. Het Pauselijk Liefdewerk van de heilige Apostel Petrus voor opleiding van inlandse priesters.
4. Het Apostolaat der Hereniging voor de hereniging van de afgescheiden Christen-kerken met de Kerk van Rome.

Achttiende les
Het bestuur van de H. Kerk

Vraag 146: Wie heeft Jesus aangesteld om Zijn Kerk te besturen?
Om Zijn Kerk te besturen, heeft Jesus de Apostelen en hun opvolgers aangesteld.

Vraag 147: Wie heeft Jesus tot hoofd van Zijn Kerk aangesteld?
Tot hoofd van Zijn Kerk heeft Jesus de H. Petrus aangesteld.

Vraag 148: Hoe heeft Jesus aan Petrus het oppergezag over Zijn Kerk beloofd?
Jesus heeft aan Petrus het oppergezag over Zijn Kerk beloofd met de woorden, 'Gij zijt Petrus en op deze steenrots zal Ik Mijn Kerk bouwen'.

Vraag 149: Met welke woorden heeft Jesus aan Petrus het oppergezag over Zijn Kerk gegeven?
Jesus heeft aan Petrus het oppergezag over Zijn Kerk gegeven met de woorden, 'Weid Mijn lammeren, weid Mijn schapen'.

Vraag 150: Is Jesus zelf niet het Hoofd van de H. Kerk?
Jesus zelf is en blijft het Hoofd van de H. Kerk, maar Petrus is door Jesus aangesteld als Zijn zichtbare plaatsbekleder op aarde.

Vraag 151: Wie is de opvolger van de H. Petrus?
De opvolger van de H. Petrus is de Paus.

Vraag 152: Wat is de Paus?
De Paus is de Bisschop van Rome, de wettige opvolger van de H. Petrus en de plaatsbekleder van Jesus op aarde.

Vraag 153: Wie zijn de opvolgers van de Apostelen?
De opvolgers van de Apostelen zijn de Bisschoppen; zij zijn door de Heilige Geest gesteld om, onder het oppergezag van de Paus, de H. Kerk in hun bisdom te besturen.

'Geeft acht op u zelf en op heel de kudde, waarover de Heilige Geest u als bewakers gesteld heeft, om de Kerk van de Heer te besturen, die Hij door Zijn eigen bloed heeft verworven'. Hand. 20, 28.

Vraag 154: Wie zijn de medehelpers der Bisschoppen?
De medehelpers der Bisschoppen zijn voornamelijk de Pastoors in hun parochies en ook alle andere priesters.

Vraag 155: Wie zijn schismatieken?
Schismatieken of afgescheidenen zijn zij, die wel gedoopt zijn en zich christenen blijven noemen, maar gehoorzaamheid weigeren aan de Paus van Rome.

Negentiende les
Het leergezag van de H. Kerk

Vraag 156: Wie heeft Jesus tot leraren in de Kerk aangesteld?
Jesus heeft tot leraren in de Kerk aangesteld de Paus en de Bisschoppen.

Vraag 157: Kan de H. Kerk dwalen, wanneer zij ons de leer van Christus meedeelt?
Wanneer de H. Kerk ons de leer van Christus meedeelt, kan zij niet dwalen; zij is in de geloofsleer en zedenleer onfeilbaar.

Vraag 158: Waardoor is de H. Kerk in de geloofsleer en zedenleer onfeilbaar?
De H. Kerk is in de geloofsleer en zedenleer onfeilbaar door de bijzondere bijstand van de Heilige Geest.

Vraag 159: Wie bezitten het onfeilbaar leergezag in de H. Kerk?
Het onfeilbaar leergezag in de H. Kerk bezitten de Paus afzonderlijk en de Bisschoppen gezamenlijk, in vereniging met de Paus.

'Wie U hoort, hoort Mij, en wie U versmaadt, versmaadt Mij'. Lk. 10, 16.

Vraag 160: Wanneer is de Paus onfeilbaar?
De Paus is onfeilbaar, wanneer hij als hoofd van de H. Kerk een beslissende uitspraak doet over geloof of zeden en alle christenen de verplichting hebben die uitspraak aan te nemen.

'En Ik, Ik zeg u, Gij zijt Petrus, en op deze steenrots zal Ik Mijn Kerk bouwen, en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen'. Matt. 16, 18.

'De Apostelen en de oudsten kwamen bijeen om deze zaak te onderzoeken. Toen men het niet eens kon worden stond Petrus op en sprak tot hen. Nu zweeg de hele vergadering'. Hand. 15, 6-7 en 12.

Vraag 161: Wat is een dogma?
Een dogma is een geloofswaarheid, die het leergezag van de H. Kerk door een onfeilbare uitspraak aan ons leert.

Vraag 162: Wie zijn ketters?
Ketters zijn zij, die wel gedoopt zijn, en zich christenen blijven noemen, maar hardnekkig een of meer geloofswaarheden verwerpen.

Twintigste les
De goddelijke Overlevering en de H. Schrift

Vraag 163: Waaruit weet de H. Kerk, wat Christus heeft geleerd?
Wat Christus heeft geleerd, weet de H. Kerk uit de goddelijke Overlevering en de H. Schrift.

Vraag 164: Wat verstaan wij onder de goddelijke Overlevering?
Onder de goddelijke Overlevering verstaan wij de geopenbaarde waarheden, die door de Apostelen mondeling zijn geleerd en door de H. Kerk tot ons zijn gekomen.

Vraag 165: Wat verstaan wij onder de H. Schrift?
Onder de H. Schrift of de Bijbel verstaan wij de heilige boeken, die onder bijzondere ingeving van de Heilige Geest geschreven zijn en door de H. Kerk tot ons zijn gekomen.

Vraag 166: Hoe worden de boeken van de H. Schrift verdeeld?
De boeken van de H. Schrift worden verdeeld in de boeken van het Oude en de boeken van het Nieuwe Testament.

Vraag 167: Welke heilige Boeken behoren tot het Oude Testament?
Tot het Oude Testament behoren die heilige Boeken, die voor de komst van Christus geschreven zijn.

Vraag 168: Welke heilige Boeken behoren tot het Nieuwe Testament?
Tot het Nieuwe Testament behoren die heilige Boeken, die na de komst van Christus geschreven zijn.

Vraag 169: Hoe kennen wij met zekerheid de goddelijke Overlevering en ook de H. Schrift?
Wij kennen met zekerheid de goddelijke Overlevering en ook de H. Schrift alléén door de H. Kerk.

Vraag 170: Mogen wij de H. Schrift lezen?
Wij mogen de H. Schrift lezen, als de uitgave kerkelijk is goedgekeurd.

Vraag 171: Is het lezen van de H. Schrift nuttig?
Het lezen van de H. Schrift is nuttig en vertroostend, omdat in de H. Schrift de Heilige Geest tot ons spreekt, Die het Licht is van de H. Kerk en de Bron van alle waarheid.

'De mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord, dat komt uit de mond van God'. Matt. 4, 4.

'De hele Schrift is door God ingegeven en is nuttig tot onderrichting, weerlegging, terechtwijzing en opvoeding in de gerechtigheid'. 2 Tim. 3, 16.

Een en twintigste les
De Priesterlijke macht van de H. Kerk

Vraag 172:
Aan wie heeft Christus de Priesterlijke macht in Zijn Kerk gegeven?
Christus heeft de Priesterlijke macht in Zijn Kerk gegeven aan Zijn Apostelen en aan hun opvolgers en medehelpers.

Vraag 173:
Is Christus Zelf niet de eeuwige Hogepriester?
Christus Zelf is en blijft de eeuwige Hogepriester, maar Hij doet al Zijn priesters delen in Zijn eeuwig Priesterschap.

Vraag 174:
Hoe oefent de H. Kerk de Priesterlijke macht uit?
De H. Kerk oefent de Priesterlijke macht uit door het H. Misoffer op te dragen, de Sacramenten toe te dienen, door te wijden en te zegenen en door uit naam van de gelovigen te bidden.

'God heeft ons door Christus de bediening der Verzoening toevertrouwd'. 2 Kor. 5-18.

'Zo moet men ons beschouwen, als dienaars van Christus en beheerders van Gods geheimenissen'. 1 Kor. 4, 1.

Twee en twintigste les
De gemeenschap van de heiligen

Vraag 175: Wat verstaan wij onder de gemeenschap van de heiligen?
Onder de gemeenschap van de heiligen verstaan wij de bovennatuurlijke eenheid, die er in Christus bestaat tussen de leden van de strijdende, de lijdende en de zegevierende Kerk.

Vraag 176: Wie behoren tot de strijdende Kerk?
Tot de strijdende Kerk behoren de gelovigen op aarde.

Vraag 177: Wie behoren tot de lijdende Kerk?
Tot de lijdende Kerk behoren de zielen in het vagevuur.

Vraag 178: Wie behoren tot de zegevierende Kerk?
Tot de zegevierende Kerk behoren de zaligen in de hemel.

Vraag 179: Waardoor helpen de gelovigen op aarde elkander?
De gelovigen op aarde helpen elkander door gebeden, goede werken en offers, maar vooral door het H. Misoffer.

'Draagt elkanders lasten; zo zult gij de wet van Christus volbrengen'. Gal. 6, 2.

Vraag 180: Waardoor helpen wij de zielen in het vagevuur?
Wij helpen de zielen in het vagevuur door gebeden, goede werken, offers en aflaten, maar vooral door het H. Misoffer.

Allerzielen, 2 November.

Vraag 181: Waardoor helpen ons de zaligen in de hemel?
De zaligen in de hemel helpen ons door hun voorspraak bij God.

Allerheiligen, 1 November.

Drie en twintigste les
De vergeving van de zonden - Artikel 10. 'De vergeving van de zonden'

Vraag 182: Heeft de H. Kerk de macht om de zonden te vergeven?
De H. Kerk heeft van Jesus Christus de macht ontvangen om alle zonden te vergeven, hoe zwaar en talrijk die ook mogen zijn.

Vraag 183: Hoe vergeeft de H. Kerk de zonden?
De H. Kerk vergeeft de zonden voornamelijk door de Sacramenten van het Doopsel en van de Biecht.

'Jesus blies over de Apostelen en sprak, ontvangt de Heilige Geest. Wier zonden gij vergeeft, hun zijn ze vergeven; wier zonden gij behoudt, hun zijn ze behouden'. Joh. 20, 22-23.

Vier en twintigste les
De dood en de verrijzenis - Artikel 11. 'De verrijzenis van het lichaam'

Vraag 184: Wat betekent de dood voor een christen?
Voor een christen betekent de dood de overgang naar een beter leven.

'Voor mij is leven Christus en sterven winst. Ik verlang er naar te vertrekken en bij Christus te zijn'. Fil. 1, 21 en 23.

Vraag 185: Wanneer zullen wij sterven?
Wanneer wij zullen sterven weten wij niet; daarom zegt Jesus ons, 'Weest bereid, want ge kent dag noch uur'.

Vraag 186: Wat gebeurt er bij de dood?
Bij de dood wordt de ziel van het lichaam gescheiden; de ziel wordt terstond geoordeeld en het lichaam vergaat tot stof, maar zal eenmaal daaruit verrijzen.

Vraag 187: Hoe wordt het oordeel genoemd, dat de ziel terstond na de dood ondergaat?
Het oordeel, dat de ziel terstond na de dood ondergaat, wordt genoemd het bijzonder oordeel.

Vraag 188: Waarheen gaat de ziel na het bijzonder oordeel?
Na het bijzonder oordeel gaat de ziel naar de hemel, naar de hel of naar het vagevuur.

Vraag 189: Wat doet de H. Kerk voor ons na onze dood?
Na onze dood draagt de H. Kerk het H. Misoffer op voor onze zielerust, en begraaft ons lichaam in gewijde aarde.

Vraag 190: Wat betekent de verrijzenis van de doden?
De verrijzenis van de doden betekent, dat de lichamen van de overledenen door Jesus Christus weer met hun zielen verenigd zullen worden, en levend uit het graf zullen opstaan.

Vraag 191: Hoe zullen de lichamen van de rechtvaardigen verrijzen?
De lichamen van de rechtvaardigen zullen verrijzen in heerlijkheid, en gelijken op het verheerlijkt lichaam van Christus.

'Wij verwachten uit de hemel de Verlosser Jesus Christus, de Heer, die ons vernederd lichaam zal herscheppen en gelijk maken aan Zijn verheerlijkt lichaam'. Fil. 3, 20-21.

Vraag 192: Hoe zullen de lichamen van de verdoemden verrijzen?
De lichamen van de verdoemden zullen verrijzen in schande, met het afschuwelijk kenteken van de eeuwige verwerping.

Vijf en twintigste les
De hemel, de hel en het vagevuur - Artikel 12. 'Het eeuwig leven. Amen'

Vraag 193: Wat is de hemel?
De hemel is de plaats, waar de rechtvaardigen een eeuwige rust en een eeuwig geluk genieten door het aanschouwen en beminnen van God.

'Thans zijn we reeds kinderen Gods; maar nog is het niet openbaar geworden, wat we zúllen zijn. Dan zullen we aan Hem gelijk zijn, want wij zullen Hem zien, zoals Hij is'. 1 Joh. 3, 2.

Vraag 194: Wie gaan naar de hemel?
Naar de hemel gaan zij, die sterven in staat van genade, en niets meer te boeten hebben.

Vraag 195: Zal ook het lichaam delen in het geluk van de hemel?
Ook het lichaam zal delen in het geluk van de hemel, na het laatste oordeel.

'En niet alleen de schepping, ook wijzelf, die de eerste vruchten van de Geest reeds bezitten, verzuchten in ons binnenste vurig verlangend naar het (volmaakte) kindschap, de verlossing van ons lichaam'. Rom. 8, 23.

Vraag 196: Zullen alle rechtvaardigen een even groot geluk hebben?
Alle rechtvaardigen zullen niet een even groot geluk hebben, maar iedereen zal loon ontvangen volgens zijn verdiensten.

'Want de Zoon des mensen zal met Zijn engelen komen in de heerlijkheid van Zijn Vader, en dan zal Hij iedereen volgens zijn werken vergelden'. Matt. 16, 27.

Vraag 197: Wat is de hel?
De hel is de plaats waar de verdoemden gestraft worden door het eeuwig gemis van God en de pijnen van het helse vuur.

'Als uw hand u ergert, houw ze af. Het is beter verminkt het (eeuwige) leven binnen te gaan dan met twee handen naar de hel te gaan, naar het onuitblusbaar vuur'. Mk. 9, 42.

Vraag 198: Wie gaan naar de hel?
Naar de hel gaan zij, die sterven in staat van doodzonde.

Vraag 199: Zal ook het lichaam delen in de straf van de hel?
Ook het lichaam zal delen in de straf van de hel, na het laatste oordeel.

Vraag 200: Hoe wordt het eeuwig lot van de zondaren genoemd?
Het eeuwig lot van de zondaren wordt genoemd, de eeuwige verdoemenis.

Vraag 201: Zullen alle verdoemden een even groot lijden hebben?
Alle verdoemden zullen niet een even groot lijden hebben, maar iedereen zal straf ontvangen volgens zijn schuld.

Vraag 202: Wat is het vagevuur?
Het vagevuur is de plaats, waar de zielen van de rechtvaardigen door het lijden haar zondestraffen moeten uitboeten.

Vraag 204: Hoelang blijven de zielen in het vagevuur?
De zielen blijven in het vagevuur, totdat zij door het lijden haar zondestraffen hebben uitgeboet, of door de hulp van anderen verlost worden.

Geen opmerkingen: