“Kardinaal Eijk is er duidelijk over: de geloofswaarheden
die het concilie van Trente in de 16e eeuw vaststelde, zijn nog „onverkort” van
kracht. En dat geldt ook voor de vervloekingen die de kerkvergadering uitsprak
over degenen die deze leerstukken verwerpen. Zoals de protestanten.” Zo begint een
artikel in het Reformatorisch Dagblad van 16 januari. De kardinaal is in
dit artikel duidelijk en eerlijk tegenover protestanten. Heel vaak zie je dat
bisschoppen en priesters de verschillen verbloemen en de veroordelingen van het
concilie van Trente wegmoffelen als tijdgebonden en niet meer zo relevant. En
dan is het een verademing om de heldere en eerlijke verhandeling van kardinaal
Eijk te lezen. En reactie vanuit de oecumenische hoek bleef niet uit. Hendro
Munsterman schreef: “Ik kan niet anders dan vaststellen dat kardinaal Eijk
– met alle respect die ik voor zijn persoon en ambt heb – zijn huiswerk gewoon
nog een keer over moet doen. Hij is gewoon niet op de hoogte van alle
theologische, historische en oecumenische vooruitgang die is geboekt en die
zulk een simplistische voorstelling van zaken onmogelijk maken als je een
beetje eerlijk wilt zijn.” Ik kan me mateloos ergeren aan dat soort hooghartige
en oppervlakkige reacties. Hooghartig omdat hij meent de kardinaal met huiswerk
terug te moeten sturen in de schoolbanken. En oppervlakkig omdat hij geen enkel
voorbeeld of bewijs noemt voor de stellingen die hij poneert. Zoals de stelling
dat het concilie van Trente in een aanzienlijk aantal zaken de Reformatie impliciet
EN expliciet gelijk zou hebben gegeven. Ja het concilie heeft het verkeerde
gebruik van bepaalde zaken aangepakt, maar heeft het wezen van bijvoorbeeld
aflaten niet aangepast. De protestanten wijzen aflaten ten enen male af. De
Katholieke Kerk heeft slecht het misbruik van aflaten veroordeeld. Verder werd
volgens Munsterman vaak veroordeeld (door Trente) wat helemaal niet beleden
werd door de ‘overkant’ (de protestanten). Nu kun je sowieso moeilijk
vaststellen wat de protestanten nu eigenlijk belijden, aangezien er ze vele kerken
en predikers zijn die allemaal iets anders belijden. Maar daarnaast heeft
Trente wel degelijk veroordeeld wat door vele protestanten beleden werd en
wordt. Daarmee is tegelijk duidelijk dat dit concilie, zoals de kardinaal ook
zegt, nog steeds ten volle actueel is.
Als bewijs voor mijn stellingen wil ik een aantal
veroordelingen van Trente leggen naar de Gereformeerde belijdenis. Ik weet wel
dat er naast de Gereformeerde belijdenis ook nog een Lutherse en Anglicaanse en
zo vele andere zijn. Maar ik wil het nu laten bij een vergelijking met de
Gereformeerde belijdenis. Deze belijdenis is nog steeds de officiële leer van
de Gereformeerde kerken en is onverminderd van kracht. Het is daarnaast nog
steeds iets dat leeft voor de ‘echte’ gereformeerde gelovige, velen durven die
stellige woorden van de belijdenis niet meer voor hun rekening te nemen, maar
dat heeft vooral te maken met het toenemende relativisme en de secularisatie in
de gereformeerde kerken, waardoor mensen hun eigen belijdenissen niet meer
serieus nemen. De geldigheid van de belijdenis is echter niet veranderd.
Concilie van Trente
|
Gereformeerde
belijdenis
|
Als iemand onkent, dat in het sacrament van de
allerheiligste Eucharistie werkelijk (vere) waarachtig (realiter) en
substantieel (substantialiter) het Lichaam en Bloed wordt bevat, met de ziel
en godheid van onze Heer Jezus Christus en dat zij daarom de gehele Christus
bevat, maar hij zegt: het is alleen
maar een teken (signo) of een afbeelding (figura) of werkingskracht (virtute),
hij zij verdoemd.
(SESSIO
XIII - DECRETUM DE SS. EUCHARISTIA, 13e Zitting - Decreet over het
Sacrament van de Eucharistie)
|
Vraag 66: Wat zijn sacramenten?
Antwoord: Sacramenten zijn heilige zichtbare tekenen en zegels, die God ingesteld heeft om
ons door het gebruik daarvan de belofte van het evangelie nog beter te doen
verstaan en te verzegelen.
Deze belofte houdt in dat Hij ons om het enige offer van
Christus, aan het kruis volbracht, vergeving van zonden en eeuwig leven uit
genade schenkt.
………De (HB pauselijke) mis is dus in de grond van de zaak
niet anders dan een verloochening van het enige offer en lijden van Jezus
Christus en een vervloekte afgoderij. (Heidelbergse Catechismus, vraag en
antwoord 66, 80).
|
Als iemand zegt:
door het geloof
alleen wordt de goddeloze gerechtvaardigd, zó, dat hij daaronder verstaat
dat er niets anders nodig is om mee te werken om tot de genade van rechtvaardiging
te komen en het helemaal niet nodig is dat hij door zijn eigen wilsbeweging
zich voorbereid en toerust,
hij zij verdoemd. (SESSIO VI - DECRETUM DE IUSTIFICATIONE,
6. Zitting - Decreet over de rechtvaardiging).
|
……Daarom zeggen wij terecht met Paulus, dat wij door het geloof alleen, of door het
geloof zonder de werken gerechtvaardigd worden…. (Nederlandse
Geloofsbelijdenis, art. 22).
|
Als iemand zegt:
de door God bewogen en gewekte vrij wil van de mens kan
niets meewerken door zijn instemming tot de opwekking en roep van God, waardoor
zij zich kan toerusten, en voorbereiden tot het ontvangen van de genade van
rechtvaardiging, noch in mening verschillen, als hij dat zou willen, maar hij
zou doen, als iets levenloos, helemaal niets en hij verhoude zich rein
passief,
hij zij verdoemd. (SESSIO VI - DECRETUM DE IUSTIFICATIONE,
6. Zitting - Decreet over de rechtvaardiging).
Als iemand zegt:
de vrije wil van de mensen is na de zonde van Adam
verloren gegaan en uitgedoofd, of het gaat alleen maar om een betekenis, één
zonder inhoud, tenslotte om één door de duivel, de Kerk binnengebrachte,
uitvinding,
hij zij verdoemd. (SESSIO VI - DECRETUM DE IUSTIFICATIONE,
6. Zitting - Decreet over de rechtvaardiging).
|
Zo is dan het geloof een gave Gods; niet omdat het aan den
vrijen wil des mensen van God wordt aangeboden, maar omdat het den mens
metterdaad wordt medegedeeld, ingegeven en ingestort; ook niet daarom, dat
God alleen de macht om te geloven zou geven, en daarna de toestemming of het
daadwerkelijk geloven van den vrijen wil des mensen verwachten; maar omdat
Hij, Die daar werkt het willen en het werken, ja alles werkt in allen, in den
mens teweegbrengt beide, den wil om te geloven en het geloof zelf. (Dortse
Leerregels hoofdstuk 3/4 artikel 14).
|
Als iemand zegt: de sacramenten van het nieuwe verbond
zijn niet allemaal door onze Heer Jezus Christus ingesteld of er zijn, meer of minder dan zeven, namelijk:
Doop,
Vormsel,
Eucharistie,
Biecht,
Laatste Oliesel,
Huwelijk,
Wijding,
of mens zegt: één van de zeven is niet werkelijk en in
eigenlijke zin een sacrament, hij zij verdoemd. (SESSIO VII - DECRETUM DE
SACRAMENTIS, 7de Zitting - Decreet over de Sacramenten).
|
Vraag 68: Hoeveel sacramenten heeft Christus in het nieuwe
verbond ingesteld?
Antwoord: Twee,
namelijk de heilige doop en het heilig avondmaal. (Heidelbergse Catechismus,
vraag en antwoord 68).
….Voorts zijn wij tevreden met het getal van de
sacramenten die Christus, onze Meester, ons heeft verordend, welke niet meer dan twee zijn, te weten:
het sacrament van de doop, en van het heilig avondmaal van Jezus Christus……( Nederlandse
Geloofsbelijdenis, art. 33).
|
Als iemand zegt: deze sacramenten zijn alleen ingesteld om
het geloof te voeden, hij zij
verdoemd. (SESSIO VII - DECRETUM DE SACRAMENTIS, 7de Zitting - Decreet over
de Sacramenten).
|
Wij geloven en belijden, dat onze Zaligmaker Jezus
Christus het sacrament van het heilig avondmaal verordend en ingesteld heeft,
om te voeden en te onderhouden
degenen die Hij al wedergeboren, en in Zijn huisgezin, dat is Zijn kerk,
ingelijfd heeft. ….( Nederlandse Geloofsbelijdenis, art. 35).
|
Oude Testament: Vijf van Mozes, namelijk Genesis, Exodus,
Leviticus, Numeri, Deuteronomium;
Jozua, Rechters, Ruth, 4 Koningen <= 2 boeken Samuël,
twee boeken Koningen>;
twee Paralipomena <=Kronieken>, Esra - eerste en
tweede , dat Nehemia genoemd wordt;
Tobit, Judit,
Ester
Job, de Psalmen van David met honderdvijftig Psalmen,
Spreuken, Ecclesiastes <=Kohelet of Prediker>, Hooglied, Wijsheid, Ecclestiasticus <=Jezus Sirach>
Jesaja, Jeremias met Baruch,
Ezechiël en Daniël;
de twaalf kleinere profeten, namelijk Hosea, Joël, Amos,
Obadja, Jona, Micha, Nahum, Habakuk, Sefanja, Haggai, Zacharia, Maleachi;
twee Makkabeeën,
het eerste en tweede
Wanneer iemand deze boeken, volledig met al hun delen,
zoals de katholieke Kerk gewoon is deze te lezen en zoals ze voorkomen in de
oude latijnse Vulgaat-vertaling, niet als heilig en canoniek aanvaardt, en de
voornoemde overleveringen willens en wetens veracht, dan is hij veroordeeld.
(SESSIO IV - RECIPIUNTUR LIBRIS SACRIS ET DE TRADITIONIBUS RECIPIENDIS
4. Zitting - Decreet over de Heilige Geschriften en de
overleveringen van de apostelen).
|
Wij vervatten de Heilige Schrift in twee boeken, het Oude
en het Nieuwe Testament, welke zijn kanonieke boeken, waar niets tegen valt
te zeggen. Deze worden als volgt geteld in de kerk van God.
De boeken van het Oude Testament: de vijf boeken van
Mozes, te weten: Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri, Deuteronomium; het boek
Jozua, Richteren, Ruth; twee boeken van Samuël, en twee der Koningen, twee
boeken der Kronieken (genoemd Paralipomenon); het eerst van Ezra, Nehemia,
Esther, Job; de Psalmen van David; drie boeken van Salomo, namelijk:
Spreuken, Prediker en Hooglied; de vier grote profeten: Jesaja, Jeremia, (met
zijn Klaagliederen), Ezechiël en Daniël; en voorts de andere twaalf kleine
profeten, namelijk: Hosea, Joël, Amos, Obadja, Jona, Micha, Nahum, Habakuk,
Zefanja, Haggaï, Zacharia, Maleachi.
Wij onderscheiden
deze heilige boeken van de apocriefe, als het derde en vierde boek van
Ezra, het boek van Tobias, Judith, het
boek Wijsheid, Jezus Sirach, Baruch, wat bijgevoegd is tot de historie van
Esther; het gebed van de drie mannen in het vuur, de historie van Susanna,
van het beeld Bel en van de Draak, het gebed van Manasse, en de twee boeken
der Makkabeeën. Die de kerk wel kan lezen en daaruit ook onderwijzingen
kan nemen, voor zover zij overeenkomen met de kanonieke boeken; maar zij
hebben niet zo'n kracht en vermogen, dat men door enig getuigenis van deze
boeken enig punt van geloof of van de christelijke religie zou kunnen
bevestigen: laat staan dat zij het gezag van de andere, de heilige boeken
zouden kunnen verminderen. (Nederlandse Geloofsbelijdenis, art. 4, 6).
|
Als iemand zegt:
dat er in de Katholieke Kerk geen hiërarchie is door
goddelijke verordening ingesteld, die uit bisschoppen, priesters en dienaren
bestaat,
hij zij verdoemd. (SESSIO XXIII - DOCTRINA DE SACRAMENTO
ORDINIS, 23e Zitting - Leer over de heilige Wijding).
|
En aangaande de dienaars van het Woord, in welke plaats
zij ook zijn, hebben zij één zelfde
macht en gezag, zijnde allen dienaars van Jezus Christus, de enige
algemene Bisschop en het enige Hoofd der Kerk. (Nederlandse Geloofsbelijdenis,
art. 31).
|
Als iemand zegt:
het heilig Misoffer is alleen maar een lof- en dankoffer
of een simpele (nudam) gedachtenis van het aan het kruis voltrokken offer: geen
verzoeningsoffer,
………
hij zij verdoemd. (SESSIO XXII - DOCTRINA DE SANCTISSIMO
MISSAE SACRIFICIO, 22e Zitting - Over het allerheiligst Misoffer).
Als iemand zegt: de genade wordt door deze sacramenten,
als het aan God ligt, niet altijd aan
iedereen gegeven, ook wanneer zij deze op de juiste wijze ontvangen, maar
soms en aan sommigen, hij zij verdoemd. (SESSIO VII - DECRETUM DE SACRAMENTIS,
7de Zitting - Decreet over de Sacramenten)
|
…..Voorts, hoewel de sacramenten met de betekenende zaken
samengevoegd zijn, toch worden zij met deze twee zaken niet door allen
ontvangen. De goddelozen ontvangt wel
het sacrament tot zijn verdoemenis, maar hij ontvangt niet de waarheid van
het sacrament; zoals Judas en Simon de tovenaar, beiden wel het sacrament
ontvingen, maar niet Christus, Die daardoor afgebeeld wordt, Die aan
gelovigen alleen meegedeeld wordt.
Ten laatste, wij ontvangen het heilige sacrament in de
verzameling van Gods volk met ootmoed en eerbied, onder ons houdende een heilige gedachtenis van de dood van Christus,
onze Zaligmaker, met dankzegging, en doen daar belijdenis van ons geloof en
van de Christelijk godsdienst. Daarom behoort niemand zich daartoe te
begeven, zonder zichzelf eerst goed beproefd te hebben; opdat hij, etende van
dit brood en drinkende uit deze drinkbeker, zichzelf niet een oordeel eet en
drinkt…. (Nederlandse Geloofsbelijdenis, art. 35).
|
Hiermee is volgens mij glashelder dat de veroordelingen van Trente
nog ten volle actueel zijn en de verschillen tussen protestant en katholiek in
dit opzicht niet verandert zijn, eerder nog groter geworden. Ik bedoel, Calvijn
kende nog een soort biecht en Luther had een grote devotie voor Maria, maar die
beide zaken zijn nu helemaal uitgesleten bij protestanten. En dan mag het zo
zijn dat er protestantse kerken zijn die een kaars voor in de kerk zetten of
een kruis, maar dat is nog geen wezenlijke toenadering tot de Katholieke Kerk.
Daarom is het zeer goed wat kardinaal Eijk gezegd heeft en eerlijk
ten opzichte van protestanten die hun geloof serieus nemen. En dat helpt meer
voor een wezenlijke toenadering tussen katholieken en protestanten dan het
verbloemende en vage taalgebruik van veel oecumenischen.
3 opmerkingen:
Hartelijk bedankt voor de heldere uiteenzetting in verdediging van ons geloof en van wat kardinaal Eijk zei.
Inderdaad een mooie vergelijking, alleen bij het punt over de vrije wil denk ik dat er toch overeenstemming is. De Dordtse Leerregels hebben het immers over "den wil om te geloven en het geloof zelf"; die "wil om te geloven" zou gezien kunnen worden als de toerusting of voorbereiding waar het Concilie over spreekt (en waarvan wordt bevestigd dat die door God wordt bewerkt).
Beste Turgonian,
Volgens mij is er toch een groot verschil. Meer daarover in dit artikel: http://verbond.blogspot.nl/2013/09/reactie-op-geloofsgerechtigheid-volgens.html. In het hoofdstuk over de vrije wil. Het punt is dat in de Dortse Leerregels die wil van de mens eigenlijk de wil van God is, dat zijn niet twee verschillende 'willen', maar het is God die het willen in ons werkt. Nu geloven katholieken ook in God voorzienigheid en almacht. Maar die macht gebruikt God niet altijd en Hij laat de wil van de mens vrij om voor Hem of tegen Hem te kiezen.
Een reactie posten