dinsdag 21 februari 2012

"Wanneer gij vast "

Catholic Answers, San Diego: 2004, www.catholic.com
Door Jimmy Akin


Toen ik nog een jonge Protestant was en sterk tegenstander van elke vorm van boetedoening (“Jezus vergaf toch onze zonden! Waarom moeten wij dan nog boete doen?), wees mijn Episcopale tante mij op een gedeelte van de Bergrede, waar Jezus zegt: “En wanneer gij vast, toont geen droevig gezicht, gelijk de geveinsden; want zij mismaken hun aangezichten, opdat zij van de mensen mogen gezien worden, als zij vasten. Voorwaar, Ik zeg u, dat zij hun loon weg hebben. Maar gij, als gij vast, zalf uw hoofd, en was uw aangezicht; Opdat het van de mensen niet gezien worde, als gij vast, maar van uw Vader, Die in het verborgen is; en uw Vader, Die in het verborgen ziet, zal het u in het openbaar vergelden.” (Matt. 6: 16-18; vgl. Mar. 2: 18-20).

Mijn tante benadrukte dat Jezus zei “wanneer gij vast” en niet “als gij vast.” Hij ging er dus vanuit dat zijn volgelingen zouden vasten, het is dan ook geen verrassing dat we lezen dat ze dat inderdaad gaan doen: “En als zij den Heere dienden, en vastten, zeide de Heilige Geest: Zondert Mij af beiden Bárnabas en Saulus tot het werk, waartoe Ik hen geroepen heb. Toen vastten en baden zij, en hun de handen opgelegd hebbende, lieten zij hen gaan.” (Hand. 13: 2-3; vgl. Hand. 14: 23). De vraag is niet “moeten Katholieken vasten?”, maar “waarom moeten Katholieken vasten – en wat proberen we daarmee te bereiken?”



Als Protestant hoorde ik dat je moet vasten, zodat je de tijd die je normaal gebruikt om te eten, nu besteedt aan bidden. Het is eenvoudig te begrijpen waarom een Protestant deze verklaring geeft (het haalt het element van boetedoening uit de vasten), maar het werkt niet.

Je kunt immers bidden terwijl je eet, en je kunt snel eten en daarna de rest van de tijd gebruiken om te bidden. En om meer tijd te hebben voor bidden kun je ook andere elementen van je dagschema wegstrepen – zaken die minder discomfort geven dan vasten wel doet. Elk van deze opties – snel eten of andere delen van je dagroutine strepen – zorgen ervoor dat je het hongergevoel dat vasten veroorzaakt kunt vermijden.

Wanneer het doel alleen maar meer bidden zou zijn, zou het vermijden van honger ook belangrijk zijn. De gemiddelde persoon kan immers niet goed bidden wanneer hij rammelt van de honger. Tegen etenstijd, nadat je het ontbijt en de lunch geschrapt hebt, ben je door de honger danig afgeleid. Daardoor kan het gebeuren dat je minder effectief bidt dan wanneer je goed gegeten hebt en je daarna op bidden probeert te richten.

Een alternatieve manier om vasten te rechtvaardigen is dat je daardoor lichamelijk gereinigd word. Alhoewel vasten voordelige effecten heeft, zoals het afvoeren van toxische stoffen uit het lichaam, kan dit toch niet de onderliggende reden voor deze Christelijke gewoonte zijn. Om de gewenste lichamelijke effecten te bereiken, moet je op een bepaalde manier vasten. Eén dag vasten zal niet veel zin hebben, maar te lang of te streng vasten heeft weer een negatief effect. Maar de Bijbel geeft geen aanwijzingen over hoe lang we moeten vasten. En meer fundamenteel, Jezus vraagt ons niet om te vasten om daarmee lichamelijk vooruit te komen. Hij beveelt het ons niet aan als dieet of gezondheidsbevorderende techniek. Hij wil er een geestelijk effect bij ons mee bereiken.

Vasten (en het aanvaarden van de honger die erdoor veroorzaakt wordt) verbetert ons geestelijk gezien op meerdere manieren. We tonen hierdoor dat de geestelijke zaken belangrijker zijn dan de materiële. We leren om ons van geneugten te onthouden, alhoewel het pijn doet – een belangrijke les. We erkennen erdoor dat we ons bekeren moeten en dichter bij God leven. We aanvaarden vrijwillig het hongergevoel dat vasten veroorzaakt, als teken van onze bereidheid om de lasten van een ander te dragen (Vlg. Kol 1: 24). Tenslotte nemen we een nederige houding aan ten opzichte van God, daarmee onze afhankelijkheid van God erkennend, en onze bereidheid om onszelf te onderwerpen aan Zijn wil.

Deze houding van nederigheid wordt in de Schrift gekoppeld aan vasten. De Schriftgeleerde Ezra verteld ons: “Toen riep ik aldaar een vasten uit ....., opdat wij ons verootmoedigden voor het aangezicht onzes Gods, om van Hem te verzoeken een rechten weg, voor ons, en voor onze kinderkens, en voor al onze have.“ (Ezra 8: 21). Deze geestelijke effecten – en het dientengevolge effectievere gebedsleven die door deze geestelijke groei ontstaat (Jak. 5: 16b) – zijn de reden dat Jezus vasten niet alleen goedkeurt, maar ook van Zijn volgelingen verwacht.

Vasten is gerelateerd aan gebed en wordt in de Bijbel gezien als een weg van pleiten bij God. Maar de nederigheid die getoond wordt bij het vasten moet echt zijn en niet onwaarachtig. God tuchtigt hen die vasten maar zich niet oprecht bekeren: “Ziet, ten dage, wanneer gijlieden vast, zo vindt gij uw lust, en gij eist strengelijk al uw arbeid. Ziet, tot twist en gekijf vast gijlieden, en om goddelooslijk met de vuist te slaan; vast niet gelijk heden, om uw stem te doen horen in de hoogte.” (Jes. 58: 3b, 4).

Geen opmerkingen: