donderdag 1 oktober 2009

De Bijbel over de doop

De Doop is afwassing van de zonden, niet alleen symbolisch

Matt. 28:
19 Gaat dan henen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in den Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb. 20 En ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld. Amen.
Jezus leert ons om te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, dit is niet slechts een symbolische daad, zoals Protestanten leren, maar een werkelijke afwassing van de zonden. De Protestantse visie is tevens strijdig met de tweeduizendjarige kerkgeschiedenis.

Hand. 2:
38 En Petrus zeide tot hen: Bekeert u, en een iegelijk van u worde gedoopt in den Naam van Jezus Christus, tot vergeving der zonden; en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen.
Ze worden gedoopt ‘tot vergeving van de zonden’, niet slechts tot een symbolische daad.


Joh. 3:
5 Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Zo iemand niet geboren wordt uit water en Geest, hij kan in het Koninkrijk Gods niet ingaan.

Hand. 8:
12 Maar toen zij Filippus geloofden, die het Evangelie van het Koninkrijk Gods, en van den Naam van Jezus Christus verkondigde, werden zij gedoopt, beiden, mannen en vrouwen. 13 En Simon geloofde ook zelf, en gedoopt zijnde, bleef gedurig bij Filippus; en ziende de tekenen en grote krachten, die er geschiedden, ontzette hij zich……..36 En alzo zij over weg reisden, kwamen zij aan een zeker water; en de kamerling zeide: Ziedaar water; wat verhindert mij gedoopt te worden?
Zij die geloven worden ook direct gedoopt, waarom zouden ze dit doen wanneer geloven alleen afdoende is. Ook: Hand. 16: 15; 31-33; 18: 8; 19: 2, 5.

Hand. 9:
18 En terstond vielen af van zijn ogen gelijk als schellen, en hij werd terstond wederom ziende; en stond op, en werd gedoopt.

Hand. 22:
16 En nu, wat vertoeft gij? Sta op, en laat u dopen, en uw zonden afwassen, aanroepende den Naam des Heeren.
Paulus, die rechtstreeks door God geroepen was, en die zich plotseling tot God bekeerde, moest toch nog gedoopt worden, om zijn zonden af te wassen. Door die doop worden dus werkelijk zijn zonden afgewassen, anders had er moeten staan dat die afwassing bij de doop een symbool is van een afwassing van zonde die daarvoor al plaatsgevonden had.

Rom. 6:
4 Wij zijn dan met Hem begraven, door den doop in den dood, opdat, gelijkerwijs Christus uit de doden opgewekt is tot de heerlijkheid des Vaders, alzo ook wij in nieuwigheid des levens wandelen zouden.
Bij de doop worden sterven we met Christus, zodat we ook (echt) met Hem weer opstaan in nieuwigheid des levens. In Hem is ons lijden dus niet ijdel en worden we gered en met Hem één gemaakt. Ook Kol. 2: 12.

1 Kor. 6:
11 En dit waart gij sommigen; maar gij zijt afgewassen, maar gij zijt geheiligd, maar gij zijt gerechtvaardigd, in den Naam van den Heere Jezus, en door den Geest onzes Gods.
Wij zijn in de doop afgewassen en daarme zijn we geheiligd, en gerechtvaardigd, dit bewijst dat de doop niet slechts symbolisch op te vatten is.

Gal. 3:
27 Want zovelen als gij in Christus gedoopt zijt, hebt gij Christus aangedaan.
In de naam van Christus gedoopt zijn betekent dus Christus aangedaan hebben. Dit kan dus nooit symbolisch bedoeld zijn, in de doop gaat Christus in en met ons wonen.

Tit. 3:
5 Heeft Hij ons zalig gemaakt, niet uit de werken der rechtvaardigheid, die wij gedaan hadden, maar naar Zijn barmhartigheid, door het bad der wedergeboorte en vernieuwing des Heiligen Geestes; 6 Denwelken Hij over ons rijkelijk heeft uitgegoten door Jezus Christus, onzen Zaligmaker; 7 Opdat wij, gerechtvaardigd zijnde door Zijn genade, erfgenamen zouden worden naar de hope des eeuwigen levens.
Wij zijn dus zalig gemaakt door het bad der wedergeboorte (de doop), wat de vernieuwing door de Heilige Geest insluit, zodat we gerechtvaardigd zijn door Zijn genade.

Hebr. 10:
22 laten we God dan naderen met een oprecht hart en een vast geloof, nu ons hart gereinigd is, wij van een slecht geweten bevrijd zijn en ons lichaam met zuiver water is gewassen.
In de doop worden we schoon gewassen van een slecht geweten, zoals ons lichaam met zuiver water gewassen is (het water van de doop). Door de doop worden we wedergeboren, omdat de erfzonde verwijderd wordt, onze zielen worden gereinigd en we worden aangenomen als zonen en dochters van Christus.

1 Pet. 3:
21 Waarvan het tegenbeeld, de doop, ons nu ook behoudt, niet die een aflegging is der vuiligheid des lichaams, maar die een vraag is van een goed geweten tot God, door de opstanding van Jezus Christus;
Hier staat klip en klaar dat de doop ons behoudt, zoals vroeger de ark Noah en zijn gezin behield. De doop heeft dus betrekking op het inwendige van de mens, het geweten, wat gereinigd wordt (ook Hebr. 10: 22), niet het lichaam, het uitwendige.

Mar. 16:
16 Die geloofd zal hebben, en gedoopt zal zijn, zal zalig worden; maar die niet zal geloofd hebben, zal verdoemd worden.
De Kerk heeft altijd geleerd dat de doop normatief is, maar dat de doop ook weer niet absoluut noodzakelijk is. Er zijn enkele uitzonderingen op deze regel, omdat God niet gebonden is aan Zijn sacramenten.